Aantekeningen


Treffers 201 t/m 250 van 254

      «Vorige 1 2 3 4 5 6 Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
201 Piet v.I.: overleden om 05.00 uur
Aangifte door broer Petrus van Immerseel en J.B. Haas, veldwachter
Posteriorum = laatst geborene 
van Immerseel, Martinus (I216)
 
202 Piet v.I.: Overleden op 04-05-1812 om 10.00 uur te Antwerpen. Oud 19 jaar. Gestorven in het Miniemen-Hospitaal. Aangifte door Michel Deraeike, Nicolas Thomas.
Klapper Verlijden Antwerpen Boek 357/ Akte 1731. Jongman. Zoon van Georgen van Immerseel en van Maria Kael; volgens overlijdensakte R.A.A./ 682.959/ Akte 1731, uitgeschreven te Antwerpen, verder spoor ontbreekt.
De naam Judocus/ Joos is misschien in de Antwerpsche uitspraak, fonetisch vervormt tot Georgen (sic) Georges, Gorgen, evenals de naam Marie Maes door foutieve transcriptie vervormt is tot Marie Kael (K=M & l=s).
Chronologisch past zijn geboorte in de rij van het gezin. Overtuigend is de aanduiding Graauw Langendam op zijn overlijdensakte. 
van Immerseel, Petrus (I244)
 
203 Piet v.I.: Petrus van Emerzeel en Maria Symoens van Immerseel, Maria Petronella (I220)
 
204 Piet v.I.: Stierf 02-07-1778. !!!! Fout !!!! Hier zit een fout !!! Hij is volgens de akte; in Boek 36 Hulst en in Boek 11/ pag.256 Middelburg, gehuwd op 19-Aug-1786 dus kan hij niet sterven in 1778, mogelijk zijn de cijfers omgedraaid 87 i.p.v. 78 dus 1787. Dit zou kunnen. Verder onderzoeken in Middelburg van Immerseel, Joannes Cornelius (I211)
 
205 Piet van Immerseel schrijft: Zij, mijn moeder; was lichamelijk een uitzonderlijk sterke vrouw, die voor een man in niets moest onderdoen. Fanatisch gelovig, zonder het geloof eigenlijk echt grondig als christen te beleven. En wanneer het haar anders uitkwam, en het haar geldelijk profijt opleverde, gooide ze deze principes wel even overboord. Deze beide eigenschappen heeft zij met een uitzonderlijke wilskracht en doorzettingsvermogen, ten gelde gemaakt, tijdens de oorlog van 1940-1945, onder soms zeer gevaarlijke omstandigheden. Zij heeft reeds vóór, tijdens, en ook na, de Duitse bezetting gesmokkeld iedere dag van de week. Op een zulkdanige kranige wijze dat het met geen woorden te beschrijven is. Dat kon alleen zij; De taaiste van de zes kinderen, van Petrus de Bakker; die zelf bekend stond als een ouwe taaie. Peet noemde men hem, doch beter zouden ze hem Pees genoemd hebben. Die op latere leeftijd er warmpjes in zal dank zij zijn pezigheid. Hij werkte als spoorwegarbeider in Duitsland, later als dijkwerker, mijnwerker in Nederland. De schop was zijn bezigheid, die hij gebruikte met "pezigheid".
En die pezigheid had mijn moeder van haar vader geërfd. Zij was sterker dan een man. Had een hard karakter, beulde iedereen af, en had nooit met iemand medelijden als het op aan kwam, een fysieke prestatie te leveren. Maar eerst en vooral spaarde ze ook nooit zich zelf niet, ze was een beul voor iedereen, maar vooral voor zich zelf. Ik leefde eigenlijk niet in de beste verstandhouding met haar. Doch ere aan wie ere toekomt, wat zij gedaan heeft in de oorlog 1940-1945, heeft niemand haar nagedaan. Ook geen enkele man. En vanuit dat oogpunt moet ik haar bewonderen. En als het waar is dat er een hemel is, en zij vandaar uit naar mij neerkijkt, van wat christenen "daarboven" noemen, vanuit de hemel dus, en zij zou deze regels lezen; de "ode aan haar de smokkelaar", dan weet ik dat zij apetrots zou zijn, dat ik deze regels voor het nageslacht geschreven en bewaard heb. Ik noemde haar zojuist smokkelaar, omdat de mannelijk vorm beter klinkt voor haar persoon, beter dan "smokkelaarster". Zij was vooral een beul voor zichzelf.
Iedere weekdag trapte ze met haar fiets naar Kieldrecht 35 kilometer heen en 35 kilometer terug, met vrachten van soms vijftig kilogram, 313 keer per jaar, want de Zondagen bleef zij thuis om naar de kerk te gaan.
Zeventien keer heeft zij haar vracht moeten afgeven en drie fietsen, aan de kontroleurs, doch iedere keer begon zij op nieuw. 
de Bakker, Lisa (I133)
 
206 Piet van Immerseel: Stephanus van Immerseel, die in familiekring "Onze Fon" genoemd werd, is door het oorlogsgebeuren in de Wereldoorlog II erg getroffen geweest. Waarvan ik een uitvoerig verhaal wil beschrijven.
Hij was tijdens zijn militaire dienst bij de Koninklijke Nederlandse Marine ingelijfd. Dit heeft er misschien toe bijgedragen dat hij een positie aan het "Rijk" verwierf. Hij was namelijk sluismeester aan de sluizen van het Kanaal van Hansweert naar Wemeldinge. En woonde in een huisje aan de Kanaalweg Nr.11. te Hansweert.
Op 2 September 1943 kwamen 24 "Hurricanes" aangevlogen op 6 m. hoogte, gewapend met raketten, onderaan de vleugels bevestigd.
Hun doel was de sluizen van Hansweert te vernietigen onder de waterlijn. Deze sluizen hadden een strategisch belang, omdat het kanaal Hansweert naar Wemeldinge, het eiland Zuid-Beveland doorsnijdt, en een verbinding vormt tussen de Oosterschelde en de Westerschelde.
Zij vlogen door het nevelige weer hun doel voorbij. Daardoor moesten zij een hele bocht maken om terug in de aanvalspositie te komen. Hierdoor ging het verassingseffect verloren, en ging de Duitse "Flak" hevig te keer. Terwijl Nonkel "Fon" samen met zijn vrouw en zoon Piet in het deurgat naar dit grond-luchtgevecht stonden te kijken, stortte een Hurricane op hun huis neer, nog geladen met bommen, en benzine, en dit gaf een donderende klap.
Hun huis veranderde in een oogwenk in een puinhoop, zijn vrouw en zijn oudste zoon Piet werden naar binnen geslingerd en waren op slag dood.
Terwijl hij in een wijde boog, naar buiten werd gesmakt, vermoedelijk op zijn 10 vingers terecht kwam. want door deze val veranderden zijn handen terstond in vormeloze klauwen met ontwrichte en gebroken vingers. Desondanks kroop hij in wanhoop naar de laaiende vuurzee om te proberen zijn geliefden te redden. Doch zijn bedoelingen ten spijt lukte hij er niet in om hen uit die hel te redden.
Erger nog, hij werd op een monsterachtige wijze onherkenbaar verbrand in het aangezicht. Men heeft hem opgeraapt met verwondingen over hele lichaam, het gelaat, de oorschelpen verbrand, aangezicht verbrand, de oogleden verschroeid. En in deze toestand werd hij naar het ziekenhuis van Goes gebracht. Waar men hem voor dood liet liggen. Hij was zo erg toegetakeld dat de dokters hem lieten overbrengen naar het sterfkamertje. Men dekte zijn ogen toe met vaseline-watjes. En dat was het dan. Doch toen hij na negen dagen nog leefde, (althans zo is het mij verteld), is men zich eigenlijk gaan bemoeien met zijn herstelling. Men heeft dan getracht zijn vingers terug recht te zetten. Doch de beste resultaten kreeg hij maar na de bevrijding, toen men hem naar een hospitaal in Engeland overbracht per schip, waar men gespecialiseerd was in het behandelen van Verbrande R.A.F. piloten. Hij heeft naar hij mij zelf vertelde in het geheel 18 operaties ondergaan.
De Heer H.Soest geeft de strategische beschrijving van deze aanval in: " De raketaanval op de sluizen van Hansweert op 02-September 1943. In Zeeland magazine 1980 (jaargang 12) 
van Immerseel, Stephanus (I105)
 
207 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Immerzeel, G.C. (I365)
 
208 Procuratiehouder, beheerder, Vennoot van Immerzeel, Johannes (I354)
 
209 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Strobbe, M.M. (I679)
 
210 Rijnschipper met Rijnpatent tot Bazel, Yachtschipper.
Piet van Immerseel schrijft: Hij was een allerliefste man, en een bovenstebeste vader. Vriendelijk, vrolijk, optimistisch, en leutig. Hij en zijn broer Piet maakten een hele avond grappen, en konden tijdens de familiebijeenkomsten het ganse gezelschap amuseren. Mijn vader was iemand die op ieder ogenblik, en op alles met een kwinkslag kon antwoorden. Hij was heel handig en zeer werklustig. Hij werd tijdens een nachtelijke smokkeltocht, in het voorjaar van 1941, bij een grensoverschrijding in de buurt van Nieuw-Namen en Kieldrecht door een Duitse patrouille beschoten, juist toen hij een dijk wilde oversteken. Doch hij liet zich vallen achter een boom, en werd gelukkig niet geraakt. Hij werd toen drie weken in Sint-Niklaas-Waas opgesloten. En werd daarop naar Duitsland gestuurd en verplicht tewerkgesteld in Stettin, later heeft hij een andere bestemming gekregen in een bos in de buurt van Peenemunde. Na zowat anderhalf jaar heeft mijn moeder met pakken voedsel, koffie, zijden kousen en kant en een flinke koopsom, mijn vader in België kunnen houden. Hij werd dan tewerk gesteld in de "ERLA"-fabriek te Mortsel, waar hij het bombardement op 04-04-1943 meemaakte. Alhoewel hijzelf gekwetst was, heeft hij toch nog 13 mensen van onder het puin gehaald. Waaronder een zekere Frans de Kinder, die echter na 1 week evenwel overleed aan inwendige kneuzingen, in het Maria Hospitaal, Vredestraat Berchem. Deze was de vader van Mevrouw Verdonck, geheeten Irma de Kinder. Haar man Denis Verdonck zou later in Kongo de dooppeter worden van Linda van Immerseel. Wat ook weer een toeval mag heten.
Mijn vader Eduard, werd na Wereldoorlog II hard aangepakt door de "repressie", en veroordeeld wegens verklikking aan de vijand; door de krijgsraad van Antwerpen.
# Het dossier is Nr.TS/ 413/ 97-2829-2830 Jé 1945.
Dit dokument bevind zich te Brussel in het Gerechtshof Poelaartplein. Zie ook V.V.F./ Vonnissen oorlog 1940-1945/ B.30-766 Akte 1945/ 288. Antwerpen 10-Juli-1945 #
Het handelde om een opzegging van een huishuurkontrakt aan ene zekere Jozef de Kuiper, die bij mijn ouders woonde in een "kwartier" zoals men dat toen noemde (lees nu appartement). Deze Jozef Janssens alias "de Kuiper", was huurder van een voorkamer, een opperkamer-slaapkamer, een halve kelder, een half gedeelte van een stal achteraan het huis in de Hollebeekstraat 126 Hoboken, het huis waarin mijn ouders woonden. Het toilet (plankgat) was gemeenschappelijk. Jozef Janssens was een alcoholicus en was alle dagen stomdronken, bevuilde het toilet iedere keer. Zijn vrouw ontsloot het achterpoortje, zodat hij tijdens zijn nachtelijke slemperijen, toch noch binnen kon. Mijn moeder was angstig dat ook anderen onverlaten zich toegang tot ons huis konden verschaffen. Na enkele opmerkingen gemaakt door mijn moeder over zijn wangedrag, nam hij een vleesmes en bedreigde haar. Toen zij met haar twee kinderen in de achterkeuken wegvluchtte, stak hij met dat mes tot vier maal toe in de keukendeur. Na een aanklacht bij de Politie die het niet nodig achtte tussenbeide te komen, toch zeker niet voor Nederlanders, richtte mijn moeder zich tot de Rijkswacht, deze kwam wel kijken, bekeek de keukendeur en het achterpoortje, en deed verder niets.
Verder heb ik, Piet van Immerseel, de vrouw van Jozef de Kuiper, zelf op heterdaad betrapt bij het stelen van steenkool, die opgestapeld lag in onze helft van de stal. Dat gevoel van onveiligheid en ook nog, een ander feit, zoals drie maanden achterstel van de huishuur, deden mijn moeder besluiten bij mijn vader, die in Duitsland verplicht tewerk gesteld was door de Duitsers, aan te dringen, om verlof te vragen. Zodat hij naar België zou komen om deze huurkwestie te regelen, waarna hij beloofde zijn werk te hervatten. Doch dat moest destijds gevraagd worden aan de "Lagerfuhrer". Deze vond dat niet nodig, omdat hij zegde dit administratief te zullen oplossen via de plaatselijke "Kommandatur" in het gebied waar vader werkzaam was. Verder werd aldus de zaak doorgestuurd via de "Kommandantur", van Peenemunde, naar de "Kommandatur" te Antwerpen. Buiten-om de wil van mijn vader. Dit had uiteindelijk tot resultaat dat Jozef Janssens gedwongen werd te verhuizen. Doch deze zon op wraak. En na de oorlog, bij de bevrijding was het in België niet moeilijk om iemand te doen veroordelen. En hij draaide de zaak gewoon om, en zei dat mijn vader hem "verklikt" had aan de vijand. En werd deze opzegging van een huurkontrakt, een gewone huishuurkwestie dus, een staatsgevaarlijke zaak. Stel U voor in de jaren 1944-1945; "een verklikking aan de vijand". Meer was er niet nodig om iemand in de gevangenis te doen belanden. Het volk eiste zo nodig bloed, om opluchting te geven aan de opgekropte haatgevoelens tegen de Duisters. Men braakte haat tegen iedereen, die ook maar iemand een strobreed in de weg had gelegd. Daarbij heeft mijn vader, bij de eerste zitting, op de rechtbank, een zéér grote domheid begaan, en een dokument ondertekent, waarvan hij wist dat het leugens inhield, en dat hij toen ook opmerkte aan de Krijgsauditeur, met de woorden: "Dit kan ik niet tekenen want het staat vol leugens". Waarop de krijgsauditeur Pierre Meert in een woede ontstak en dreigend antwoorde: "Als ge dit niet tekent, steek ik U onmiddelijk vast, en ziet ge voor lange tijd uw kinderen niet meer" !. Dusdanig onder druk gezet, barste mijn vader in tranen uit, wegens zoveel opgestapeld onrecht. Bezweek door de uitgeoefende druk en ondertekende, het leugenachtige stuk. Dit zou hem later bij het uitspreken van het vonnis zuur opbreken, want hij had daardoor de (valse) feiten bekend. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar, wegens verklikking aan de vijand.
En tien jaar ontzetting uit zijn burgerrechten. Bron V.V.F./ Vonnissen oorlog 1940-1945/ B.30-766.
Nu hield dat laatste niet zoveel in want als Nederlander had hij sowieso geen burgerrechten, want stemrecht had hij niet, een officiële plaats als staatsambtenaar werd aan Nederlanders niet toegekend en als geteisterde van de V-2 bom die zijn huis beschadigd had, kreeg hij geen vergoeding, (wat de Belgen wel kregen) d.w.z. hij werd aanschouwd als tweederangsburger. Men zei wat die "geteisterden"-vergoeding betrof; dat hij zich maar moest richten aan het Nederlands consulaat. En die antwoorden hem dat hij dat moest vragen aan de Belgische staat waaraan hij zijn belastingen had betaald. En werd van het kastje naar de muur gestuurd.
Een duidelijk voorbeeld van tweede-rangs-burgers, en stilzwijgende "apartheid". Wat een verschil met het jaar 2000 !!!, waar men smijt met voordelen aan niet Europese inwijkelingen, die géén belastingen betalen.
En die alle voordelen krijgen zonder enige prestatie in het voordeel van België geleverd te hebben.
Mijn moeder kreeg, voor aanhitsing tot verklikking; een gevangenisstraf van vijf maand met uitstel gedurende drie jaar. Zij zijn echter geen van beiden gearresteerd en opgesloten. Waarschijnlijk wegens overbevolking der gevangenissen, en gezien het geen militair feit betrof, doch een simpele huishuurkwestie als burenruzie die zwaar genoeg doorwoog op mijn vaders straf. En ook misschien wegens een handigheidje van hun advokaat. De advokaat was P.W.SEGERS die later eerste minister is geworden.
De som die mijn moeder hiervoor betaalde lag om en bij de 25.000 frank. Stel U voor in 1945.!!!
Het toppunt van de hele zaak was dat deze Jozef Janssens zelf lid was van het V.N.V., een vereniging die collaboreerde met de Duitse overheid. Ik heb dit zelf ontdekt toen ik (V.I.P.) per vergissing een brief aan hem gericht openscheurde, en waarin onder andere stond; Met het briefhoofd van het V.N.V. (een driehoek omringd in een cirkel)"....geacht...medelid.... eerstvolgend verwachten wij u op onze vergadering op datum van...(de juiste datum weet ik niet meer, doch het moet in de zomer van 1941 of 1942 geweest zijn. Dit wekte echter in die jaren geen verwondering bij ons, omdat hij ooit zelf had toegegeven dat hij in de eerste wereldoorlog, toen de Duitsers oprukten naar Antwerpen, zijn geweer heeft gebroken, en in een rioolkolk heeft gestoken aan het Museum van Schone Kunsten. Ik weet nog dat dat hij dit laffe feit met een zekere trots vermeld. Dit was dus duidelijk vaandelvlucht in het zicht van de vijand, en waarop volgens de militaire wetten de doodstraf met onmiddelijke uitvoering kon toegepast worden. Zo zie je maar door wie men zwartgemaakt kan worden. 
van Immerseel, Eduardus (I107)
 
211 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Immerseel, C.P. (I92)
 
212 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Hermans, A.E. (I96)
 
213 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Passel, W. (I94)
 
214 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Immerseel, M.W. (I91)
 
215 Samen met moeder bij de sluis van Hansweert omgekomen bij het neerstorten van een Engels vliegtuig. zie uitleg bij vader Stephanus. van Immerseel, Petrus (I114)
 
216 Samen met zoon Piet bij de sluis van Hansweert omgekomen bij het neerstorten van een Engels vliegtuig. d'Hondt, Anna Maria (I111)
 
217 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F177
 
218 Schipper van Immerseel, Carolus (I208)
 
219 Schipper van Immerseel, Simon (I241)
 
220 Schipper de Nijs, Johannes (I56)
 
221 Schipper van Immerseel, Alouisius (I49)
 
222 Schipper van 32 tot 36 jaar / Dijkwerker

Is op 22 juli 1830 te Goes gevonnist voor mosseldiefstal tot 1 jaar gevang. Zo ook zijn broers Francies en Antoon.
Hij kon schrijven en ondertekende met Joos van Immerseel. 
van Immerseel, Judocus (de jonge) (I62)
 
223 Schipper, Brouwersknecht
Nonkel Piet was een opgewekt man, die samen met zijn broer Eduard een hele avond kon vertellen over hun guitenstreken die ze in hun jeugd hadden uitgehaald.
Petrus van Immerseel, heeft nog op de scheepswerf gewerkt bij Jan Verras (op "de Paal"), bij de afbraak van houten vissersschepen, waarbij het hout gerecupereerd werd voor herstellingen aan andere boten. Hout was in die jaren een dure grondstof dat men zo maar niet wegsmeet, of opstookte om er vanaf te zijn. Hij werkte soms ook als dagloner in de haven van "de Paal", bij het verladen van bieten in kleine boten, die zij dan over het water vervoerden naar de suikerfabriek van Doel. Waarschijnlijk ging hij niet erg proper te werk aangezien hij de bijnaam "Modder" verkreeg.
Zie pag.24 in boek; "Heft aan o broeders van de Paal" van P.J. Scheerders 1980 
van Immerseel, Petrus (I106)
 
224 Schipper, Letterzetter (=Stereotypeur), Klicheerder (1954/56)
Hij is sinds 26-01-1924 genaturaliseerd tot de Belgische nationaliteit 
van Immerseel, Julius Willem Corneel (I716)
 
225 spoorwegbeambte van Immerzeel, Anthonius (I332)
 
226 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F183
 
227 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Immerseel, W.H.J.M. (I426)
 
228 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F176
 
229 Trouwgetuigen: Livinus de Meuldre, Wilhelmo van Uffelen Gezin F103
 
230 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F164
 
231 Tussen deze Catharina en haar zus zit ergens een fout, want geboortedatum deze Catharina is voor het overlijden van haar zus van Immerseel, Catharina (I315)
 
232 Tussen deze Catharina en haar zus zit ergens een fout, want sterfdatum deze Catharina is na de geboorte van haar zus van Immerseel, Catharina (I314)
 
233 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F187
 
234 van beroep vletter van Immerseel, Adriaan (I39)
 
235 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Immerseel, E. (I441)
 
236 Verdronken van Immerseel, Joannes Franciscus (I210)
 
237 Verdronken van Immerseel, Joannes Franciscus (I210)
 
238 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F66
 
239 Vlgs Geschiedenis der stad Lier / Anton Bergman van Aarschot en Rhenen, graaf Arnoud (I516)
 
240 Vlgs Geschiedenis der stad Lier / Anton Bergman van Aarschot, heer tot Lyere, graaf Godfried / Godevaert (I517)
 
241 Vlgs Geschiedenis der stad Lier / Anton Bergman van Aerschot, heer tot Liere, Markgraaf van Antwerpen, Heer Willem Godfriedsz officier van de hertog (I518)
 
242 Vlgs Geschiedenis der stad Lier / Anton Bergman van Liere, markgraaf van Antwerpen, Willem (I519)
 
243 Volgens register der volkstelling heeft zij nog een poos in Kieldrecht verbleven. van Immerseel, Isabella (I206)
 
244 Werkman van Gijzel, Pieter Judocus (Joos) (I207)
 
245 werkman / landbouwknecht de Wilde, Johannes Franciscus (I43)
 
246 Werkte aan de tram in Antwerpen / Is op de dijk Burcht - Waaslandtunnel dodelijk door de bliksem getroffen van Daele, Camiel (I150)
 
247 werkvrouw van Bunderen, Anna Maria (I44)
 
248 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin F184
 
249 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. van Immerseel, M.C.C.J. (I709)
 
250 wrsch dienstmeid bij boer Compiet - Heijens, wijk E no. 77 in Hontenisse.
va 3 mei 1826 lijkt zij afkomstig uit Ossenisse en geboren 25 aug. 1802 
van Immerseel, Maria Jacoba (I205)
 

      «Vorige 1 2 3 4 5 6 Volgende»